Waar gaat het om bij aquariumverlichting?
Eerst even een paar dingen op een rijtje.
In de eerste plaats: we willen de inhoud van het aquarium goed kunnen
zien.
Het moet mooi (natuurlijk?)licht zijn.
De planten moeten er goed van kunnen groeien, in tegenstelling tot de
algen.
Overal moet voldoende licht zijn.
De meest optimale lichtbron is de zon, maar praktisch gezien kunnen we
die niet gebruiken.
De
lichtbron die de zon het meest benadert is de gloeilamp, in de
gloeilamp zitten alle kleuren licht die in de zon ook zitten (dus alle
kleuren).
De kleurweergave index (CRI =color rending index) van een
gloeilamp is dan ook 100.
Niet alle kleuren zijn in gelijke mate vertegenwoordigd, zo is de kleur
rood sterker dan in daglicht.
Bij het opkomen en ondergaan van de zon is er wel meer rood in het
zonlicht.
Dit geven we aan met de kleurtemperatuur.
Op deze pagina wordt
nog over TL verlichting gesproken.
De laatste jaren heeft ledverlichting een enorme ontwikkeling
doorgemaakt,
de eigenschappen van TL zijn door ledverlichting ingehaald.
Voor het principe van licht in zijn algemeenheid geldt hetzelfde.
Ook in het verslag van John Frencken licht drijfveer in ieder aquarium is het e.e.a. over licht te lezen.
Hoe warmer (roder) de
kleurindruk hoe lager de kleurtemperatuur.
Gewone
TL lampen geven niet alle kleuren licht, wel zijn er pieken in bepaalde
kleuren zodat b.v rood, groen en blauw zodanig worden weergegeven dat
een bepaalde kleurtemperatuur gemaakt kan worden.
Die kleuren van een vis die niet door het licht van de TL boven de bak
worden uitgestraald, zien we dus eenvoudigweg niet.
Een gele vis zal er, belicht met de daglichtlamp (grafiek
2) groen uitzien.
De kleurweergave index (CRI) niet te verwarren met de kleurtemperatuur
van TL buizen licht tussen de 80 en de 90.
TL’s
met lagere CRI zijn over het algemeen goedkoper, geven meer licht waar
het oog gevoelig voor is, maar is minder natuurgetrouw licht.
Nadeel van een gloeilamp is dat hij voor ±98% warmte uitstraalt en
slechts 2% licht.
In bepaalde toepassingen kan ook van die warmte gebruik worden gemaakt,
maar over het algemeen is dit niet praktisch.
Er
zijn theorieën dat planten alleen rood (voor hoogte)en blauw licht
(voor breedte) nodig hebben voor de groei, er zijn dan ook speciale
lampen ontwikkeld voor aquaria met dit spectrum.
Uit de praktijk blijkt dat ook algen juist bij deze lampen uitstekend
gedijen.
Het schijnt dat uit experimenten met talrijke
plantensoorten
de zgn. Elgersma spectrumkromme ontstaan is,
dit spectrum
bevat
ook de kleuren tussen rood en blauw.
Hierdoor zouden planten dat licht krijgen dat ze nodig hebben en algen
minder hard
groeien dan bij alleen rood en blauw licht.
JBL
bericht hierover in haar brochure
over
aquariumverlichting. (hfst.3 blz.6)
Hoe
dan ook, we hebben te maken met groeilicht en kijklicht en er zijn
allerlei speciale aquarium lampen die dit weergeven.
Ook
persoonlijke smaak speelt een rol in deze, mijn advies is ga kijken bij
andere aquarianen (uit de vereniging) en bespreek hun
ervaringen.
Ook bij de
N.B.A.T.
is informatie hieromtrent te
vinden.
TL
buizen zijn over het algemeen de aangewezen verlichting, steeds meer
ziet men de dunnere typen T5 die een nog hoger rendement
hebben.
Als vuistregel rekenen we aan 2 a 3 watt per dm² bij bakken boven de 40
cm hoog.
(ook afhankelijk van de hoeveelheid Co2 in de bak en de duur
van de belichting)
Zonsopkomst en zonsondergang:
Het mooiste is dat de verlichting niet plotseling wordt ingeschakeld
maar langzaam wordt opgeregeld.
Ook voor de vissen is dit het beste i.v.m. schrikreactie van sommige
soorten.
Dit
is op verschillende manieren te realiseren, men kan met een
automatische dimmer gloeilampen langzaam opregelen en dan pas een voor
een de TL’s inschakelen.
Gebruik bij voorkeur HF voorschakel apparaten voor je buizen,
i.v.m. het rendement.
Tegenwoordig
zijn er ook goede manieren om TL buizen te dimmen en als je toch HF
voorschakel apparaten gebruikt zijn regelbare nauwelijks
duurder,
de benaming hiervoor is : EVSA (R)
Op deze regelbare HF zijn dan weer automatische regelunits aan te
sluiten.