De term kweekvoer kan tweeledig worden uitgelegd, namelijk :
- voer om vissen in kweekconditie te brengen.
- voer om het gekweekte jongbroed groot te brengen.
In beide gevallen gaat het om voeder met hoge kwaliteit en bij voorkeur
om levend voer.
Inzichten
in doelmatige voeding betreffende kwaliteit en variatie zijn van grote
betekenis geweest voor het houden en kweken van tropische vissen, sinds
het beroemde Verkade album Mijn
aquarium
verscheen.
Onder
andere daardoor behoren veel vissen die toen bij hoge uitzondering
werden
gekweekt en grootgebracht nu tot de gemakkelijker te kweken soorten.
Voor het opkweken van het meeste jongbroed is artemia
de
aangewezen weg, soms voorafgegaan door infusorien of pantoffeldiertjes
die men in de natuur kan scheppen of zelf kweken.
In de regel is het zo dat jonge vis hapt naar alles wat beweegt,
als alleen stofvoer of ander “dood”voer word aangeboden zal het
grootste deel doodgaan en wat overblijft een grote achterstand in
ontwikkeling ondergaan in de eerste levensdagen, die niet meer in te
halen
is.
Pas uitgekomen artemia bevat een zeer hoge voedingswaarde en zodra
jonge visjes (larfjes) dit aankunnen groeien ze hier bijzonder goed op.
De nadruk moet gelegd worden op pas
uitgekomen, omdat de voedingswaarde per uur afneemt.
Als hobbykweker heb ik de ervaring dat b.v jonge neon tetra’s zodra
ze gaan eten, al artemia aankunnen en dat b.v. labyrintvissen (zoals de
kempvis), eerst minimaal een week pantoffeldiertjes moeten eten voordat
ze artemia aankunnen.
De grootte van de oudervissen zegt lang niet alles over de grootte
van het jongbroed wat meestal kleiner is naarmate het talrijk is.
Er zijn meerdere soorten artemia die o.a. in grootte verschillen.
In de zoutmeren van de USA worden grote hoeveelheden Artemia-eieren
verzameld, ook komen er eieren uit de baai van San Francisco.
De
naupliën uit eitjes van de San Francisco Baai zijn kleiner,
wat hen
uiteraard geschikter maakt als opfokvoer voor pasgeboren jongbroed.
Pekelkreeftjes
(artemia) groeien snel, want indien de ze 8 uur oud zijn, zijn ze al
dusdanig gegroeid dat ze al te groot zijn, (voor b.v. jonge neons)
afgezien van
hun verminderde voedingswaarde.
Een vuistregel is dat larfjes (jonge visjes) voer aankunnen ter grootte
van hun oog.
Ook microaaljes zijn een geschikt broedvoer, het voordeel hiervan is
dat ze in aquariumwater lang blijven leven alleen niet
alle soorten
jonge vis eten het.
Om oudervissen in kweekconditie te brengen is levende artemia ook
uitstekend voer mits afgewisseld, bv. met enchytreen, grindalwormen,
muggenlarven (evt. diepvries) en/of watervlooien.
Witte muggenlarven kun je trouwens van extra voedingswaarde
voorzien door ze met artemia te voeden, watervlooien met een klein
beetje bakkersgist.
Vleugellamme fruitvliegjes zijn een prima voer om bijvoorbeeld
keizertetras voor de kweek rijp te maken, ze zijn er dol op.
Ook springstaarten zijn voor vissen die ze aankunnen uitstekend om
ze in paringsconditie te brengen, en zijn eveneens zelf te kweken.
Voer ter grootte van het oog.
Artemia eieren