Aquariumvereniging de Kempvis Valkenswaard
NBAT
Verslag verenigingsavond 24 februari :

Hoe biologisch is een aquarium?!

Deze avond werd verzorgt door de heer Albert Sanderse,
aquariuaan vanaf zijn 7e - nu 83.
Biologie gestudeerd en specialist in tropisch oppervlaktewater.
Je mag wel zeggen dat deze man over enige ervaring beschikt.
In zijn inleiding benadrukt de heer Sanderse dat hoewel we als aquarianen eigenlijk aan het klungelen zijn tussen 4 glasplaten het aquariumhouden wel een verdomd mooie hobby is.
We spreken graag over een biologisch evenwicht in het aquarium, maar hoe zo biologisch?
Warmte en licht uit het stopcontact, water uit de kraan en eventueel co2 uit een fles.
Hebben we 3 TL buizen boven onze bak, dan spreken we van veel licht, in de tropen is het licht aldus Albert 36X zo veel.
Ook benadrukt hij in de inleiding de nietigheid van de mens, die denkt heel wat te zijn en de natuur kan beïnvloeden, terwijl we in de evolutie eigenlijk pas net komen kijken.
De blauwe alg, die we als aquariaan verafschuwen was een van de eerste plantensoorten die er 440 miljoen jaar geleden voor zorgde dat de rest van het leven op aarde kon bestaan, het is eigenlijk geen alg maar een plantensoort die zuurstof geef, in de Grand Canyon zo’n 50m boven de colorado zie je nu nog een naar schatting 60 cm dikke zwarte band door het gesteente lopen ontstaan door die blauwe alg.
Terug naar het aquarium wat we eigenlijk met kunst en vliegwerk in stand houden en waarin o.a. planten staan.
Als je er over nadenkt zie je dat planten een dag en een nachtleven hebben: ’s Morgens als de zon opkomt is die rood - naarmate de dag vordert word de kleur meer wit en ‘s avonds al hij ondergaat weer rood.
Planten hebben overdag een assimilatieproces. (al word daar in het aquarium veel te veel van voorgesteld en zal dat nooit meer dan 40 % zijn )
Door het rode licht word de plant getriggerd om ‘s morgen te gaan assimileren en ‘s avonds te gaan dissimileren (celademhaling).
Albert hamert er dan ook op dit in het aquarium na te bootsen met roodachtige lampen, b.v. gloeilampen of ander lampen met een hoog rood aandeel en deze in zo’n ½ uur langzaam op te regelen voordat de hoofverlichting aangaat en af te regelen nadat de hoofdverlichting uitgaat.
Als de temperatuur in het aquarium op warme zomerdagen oploopt zijn we geneigd lampen uit te doen om minder warmte te ontwikkelen, dit werkt averechts omdat in de natuur hoge temperaturen worden veroorzaakt door veel licht, en daar passen planten zich op aan.
Aan de planten ziet de spreker of het goed gaat in de bak.
de internodiën van de planten (de steeleinden tussen de bladeren) moeten kort zijn.
De "indicator" blaasjeskruid moet aan de uiteinden van de nieuwe uitlopers steeds blaasjes ontwikkelen.

Blaasjeskruid

Blaasjeskruid (Utricularia vulgaris)     (foto: Denis Barthel) CC BY-SA

Hieraan kun je zien dat er micro-organismen aanwezig zijn.
Die zijn nodig om de huidmondjes van de planten schoon te eten en afbraakstoffen (dode bladeren en uitwerpselen van de vissen) af te breken.
De alternanteras moeten volgens hem  niet te rood zijn want dan zijn er geen chlorofyl cellen meer aanwezig en kan de plant niet meer assimileren.
Aquariumhouden is niet vissen kopen en ze droogvoer geven, maar denken over een stuk natuur.
Er komt veel bij kijken omdat het geheel een complex systeem is.
Denk b.v. aan het oppervlaktewater wat moet bewegen zodat er zuurstof en co2 in het water moet worden opgenomen vanuit de lucht, net als in de zeeën door de waterbeweging gebeurt.
Albert heeft thuis een proefaquarium staan met alleen plastic planten en slechts één lamp erboven,
waarin diverse vissen het bijzonder goed doen en zich bovendien regelmatig voortplanten.
In dit aquarium zit buiten de vissen en de micro-organismen geen natuur.
Wel een luchtpomp die zorgt voor beweging van het wateroppervlak.
Hij doet dit om te bewijzen dat planten in het aquarium mooi zijn maar niet zoals vaak gedacht word noodzakelijk.

In de natuur is 21% van de planten anders gekleurd dan groen, probeer dit dan ook in het aquarium te verwezenlijken.
Als je een aquarium hebt en je woont in een straat waar bussen of vrachtverkeer door rijden, of je hebt een houten vloer en er ontstaan steeds trillingen in het aquarium dan kun je beter geen rivierzand als bodem gebruiken omdat dit in elkaar wordt getrild waardoor de plantenwortels er niet meer doorheen kunnen. In dat geval kun je beter fijn grind gebruiken.
Schuilplaatsen zijn ook belangrijk, als je in het aquarium werkt proberen vissen zich minder opvallend te laten zijn door hun pigmentcellen samen te trekken, maar zoeken ook schuilplaatsen op.
In een aquarium met schuilplaatsen laten vissen zich eerder zien, omdat ze de gelegenheid hebben bij gevaar zich terug te trekken.

Als je planten gaat aftoppen doe dat dan met een scherp mes en niet met je nagels, dit om de celstructuur van de stengel niet kapot te maken.
Indien je een veldje minivaantjes (Hottonia inflata) gaat toppen, doe dan nooit meer dan wat onder je hand kan.
Er komen nl. giftige stoffen vrij uit de getopte mini vaantjes en het is dan ook niet de eerste keer dat er vissen sneuvelen bij het snoeien van dit plantje.
Het is niet nodig een andere (voeding)bodem dan fijn grind of grof zand te gebruiken, maar dat wil niet zeggen dat de hele bak daarop groeit want indien je bijvoorbeeld een lotus of een andere solitair hebt staan dan kun je daar ter plaatse voeding inbrengen b.v. in de vorm van klei in bolletjes of opgelost en met een injectiespuit (zonder naald) .

Rommel niet teveel in je bak en houd er rust in dan komen de vissen het best op kleur.
Houd scholen met vissen i.p.v. enkele exemplaren en geef ze voeding die ze bij benadering in de natuur ook krijgen.
Veel van de vissen in ons land krijgt alleen maar droogvoer, dat is vlg. de spreker hetzelfde als dat wij elke dag alleen maar boterhammen met hagelslag eten.

Ook  horen er micro-organismen zoals rotiferen (raderdiertjes) en zonnediertjes  en nog veel meer soorten aanwezig  te zijn, met flagellen (zweepstaartjes) eten zij de huidmondjes van planten schoon waardoor die goed kunnen assimileren.
Deze micro organismen gebruiken zuurstof (anaerobe  bacteriën).
Ook zijn er als het goed is zgn. macro’s in het aquarium aanwezig, we zien dia’s van een trompetdiertje wat door het ritmisch bewegen van de trilhaartjes een heel klein draaikolkje veroorzaakt waardoor de micro organismen naar binnen worden getrokken en geconsumeerd.
Omdat we zowel micro als macro organismen nodig hebben heeft Albert daar een trucje op bedacht.
Het water uit de vaas waarin  bijvoorbeeld chrysanten hebben gestaan die uitgebloeid zijn zit vol micro-organismen, door van tijd tot tijd dergelijk water gefilterd door een zakdoek in een schepnetje aan het aquarium toe te voegen houd hij die organismen op peil.
Ook jonge visjes vinden hun eerste voedsel zoals o.a.  pantoffeldiertjes hierin.
Bovendien verlopen door deze micro en macro-organismen de afbraakprocessen veel vlotter.
Doordat de oogjes van jonge visjes bol zijn werken zij als vergrootglas en kunnen ze de micro-organismen zien.
 Naarmate ze er van eten en groeien veranderd de bolling waardoor ze groter voer zien.
In de natuur ontstaan door ingevallen blad deze organismen en afbraakprocessen.
Albert vergelijkt steeds het aquarium met de natuur.
Terugkomend op licht : De cel opbouw van een plant en zijn assimilatieproces zijn 2 afzonderlijke gebeurtenissen, waarvoor groeilicht en voedingslicht nodig is.
Bij weinig licht kunnen planten wel langer worden maar dat is nog niet hetzelfde als groeien, maar vaak zien we dan b.v. te lange internodiën.
In elk aquarium zijn algen en witte stip aanwezig, spiraal algen zwerven door de bak, alleen als het er gigantisch veel worden spreken we van waterbloei .
Door een bos waterpest of hoornblad  in het water te zetten, kunnen we dit beperken.
Dat werkt als volgt : wanneer planten groeien en van tijd tot tijd blad verliezen, en dit blad niet voldoende word afgebroken door micro-organismen dan ontstaat detritus (=zeer fijn dood organisch materiaal) hiervan leeft hoofdzakelijk de alg.
Maar ook planten als Canadese en Argentijnse waterpest ,  ongedoornd en gedoornd hoornblad
eten ook detritus waardoor er voor de alg niks overblijft.
Blauwe alg is een “samensmelting”  van een bacterie ne een mos, geeft wel zuurstof in het water maar is niet fraai, Om dit te voorkomen moet je stroming, oppervlakte beweging en micro-organismen in het aquarium hebben.
Overal in de natuur waar water is zie je oppervlakte beweging waardoor zuurstof in het water komt.
Vissen hebben achter de kieuwplaat kieuwbogen waarmee ze zuurstof binnen krijgen, indien water is vervuild dan vervuilen ook de kieuwbogen waardoor de vis minder zuurstof kan krijgen en aan de oppervlak gaat happen.
Vissen hebben een osmotische huid die ze beschermd, indien we vissen meerdere malen (bijvoorbeeld na vangen transportteren en overzetten) plaatsen in  water van een andere samenstelling dan word deze osmotische slijmhuid aangetast waardoor vis bevattelijker is voor ziektes, die altijd resident  (slapend aanwezig) in het aquarium aanwezig zijn zoals b.v. witte stip.
Deze ziektes slaan toe bij verzwakte vis.
Vaak worden diverse soorten algeneters aanbevolen om de bak bij te houden, dit werkt averechts want ze schrapen met hun bek over de planten waardoor ze de celstructuur beschadigen .
Ook het met de vingers ”afstoffen” van de planten is om dezelfde reden fataal, het schoonmaken van de planten moet je overlaten aan de micro-organismen.

Over keuringen zegt de spreker: Richt je aquarium in zoals jij dat mooi vind experimenteer met verstand en discussieer in de vereniging over het resultaat.

Doe niet mee voor een eerste prijs maar houd aquarium met je hart.
Hij heeft ook een eigen kwekerijtje waarin hij al veel vissen kweekte, tegenwoordig gebruikt hij dat voor allerlei verantwoorde diervriendelijke  experimenten en onderzoek.
Hij legt uit hoe je kegelvlekbarbelen kweekt, hoe je het best je aquarium kan inrichten gelet op perspectief, blad vorm en kleur.
Als duiksportbeoefenaar wijst hij er nogmaals op dat vissen niet perse planten nodig hebben die zuurstof in het water brengen, op grote diepte nl. zijn geen planten te zien , wel vissen.
De lezing was zeer interessant, aan de gehele manier van presenteren kon je zien dat Albert Sanderse een aquariaan is in hard en nieren.
Bedankt.