Waterplanten nemen in tegenstelling tot moerasplanten veel van
hun
voeding op via de bladeren en weinig via de wortels, hebben dan ook een
kleiner wortelgestel dan moerasplanten en een
grote invloed op de waterkwaliteit
Ceratophyllum demersum (foto's jan Bukkems)
Gedoornd hoornblad
door het verbruiken van de
in het water opgeloste stoffen.
Ze groeien dan ook over het algemeen sneller.
Deze planten zijn een indicator voor de waterkwaliteit.
Voor een gezond aquarium zijn echte waterplanten zeer belangrijk, naast
het verzorgen van zuurstof hebben ze ook een filterende werking en zijn
ze concurrenten voor algen.
Bij een goede groei gebruiken zij de groeistoffen waar ook algen
behoefte aan hebben, die krijgen daardoor minder kans.
Sommige zuurstofplanten geven stoffen af die de groei van algen remmen.
Dit verschijnsel wordt "allelopathie" genoemd en is bekend bij onder
meer vederkruid (Myriophyllum) en
waterpest
(Elodea).
Bij de juiste verlichting en watersamenstelling kunnen deze planten
zeer hard groeien, zo zijn er voorbeelden van hoornblad wat tot 10 cm
per dag groeit.
Ook waterpest is een zeer snelle groeier, bovendien kan elk stukje
afgebroken
stengel snel uitgroeien tot een volwaardige plant waardoor het in de
natuur een plaag kan vormen, vandaar de naam.
Door deze sterke groei halen zij stoffen uit het water waardoor water
o.a. zachter word, dit noemt men biogene ontkalking.
Uiteraard vertraagd
of stopt de groei wanneer er voor de plant te weinig groeistoffen
overblijven.
Echte waterplanten zie je dan ook van nature in water met relatief
hogere carbonaathardheid.
Een biologisch goed aquarium zal voor een groot deel uit echte
waterplanten bestaan.
De bekendste familie soorten voor het aquarium zijn:
Cabomba
Hoornblad (Ceratophyllum)
Limnophila (vroeger ambulia genoemd)
Duizendblad (Myriophyllum,)
Vallisneria
Waterpest
(Elodea)
Ook de hier in Nederland voorkomende fonteinkruid soorten (Potamogeton)
die vaak in vijvers worden gebruikt,
Behoren tot de echte waterplanten.
Een Potamogeton uit het Tanganyika meer